”Ring the Bell that still can ring…”

Op Kerstmis ziek zijn. Juist op deze dagen jezelf terugvinden aan een ziekenbed…of bij een graf, of beide. Juist nu heel verdrietig zijn, of bang, of eenzaam. Is dat erg, erger dan op andere dagen? Zo beleef ik het niet.

Zo voelt het wél als ik het gevoel heb dat Kerst moet voldoen aan een ideaalplaatje. Dan is iedere afwijking van dat ideaal een drama.

Het leven komt zoals het komt, zonder rekening te houden met mijn agenda. Er valt veel minder te regisseren dan we soms denken. Me daartegen verzetten maakt de dagen zwaar. Juist ook de feestdagen.

Er is een soort natuurlijke stroom in dit jaargetijde, in de natuur, die me juist in deze donkerste tijd van het jaar beweegt naar inkeer, stilte. Ik denk dat ik daarom altijd al een soort verzet heb gevoeld naar ‘verplichte’ feestelijkheid en gezelligheid rond de feestdagen.

Toch is het niet voor niets dat mensen elkaar opzoeken. We komen juist nu graag bij elkaar rond een vuur of een kaars of een boom met lichtjes. Om het uit te houden in het donker: de schijn dat alles verloren is.

Dát is misschien voor mij wel de bedoeling van Kerstmis: dat ik de herinnering levend houd aan licht, al lijkt het verder weg dan ooit. Juist in een ziekenhuis, aan een graf, in eenzaamheid, onzekerheid of groot verdriet. En dat het precies daar…in die weerbarstige uithoeken van het leven, kan doorbreken.