De Herberg


Dit mens-zijn is een soort herberg.
Elke ochtend weer nieuw bezoek.
Een vreugde, een depressie, een benauwdheid,
een flits van inzicht komt als een onverwachte gast.
Verwelkom ze; ontvang ze allemaal gastvrij
zelfs als er een menigte verdriet binnenstormt
die met geweld je hele huisraad kort en klein slaat.
Behandel dan toch elke gast met eerbied
want misschien komt hij de boel ontruimen
om plaats te maken voor iets anders…
De donkere gedachte, schaamte, het venijn,
ontmoet ze bij de voordeur met een brede grijns
en vraag ze om erbij te komen zitten.
Wees blij met iedereen die langskomt.
De hemel heeft ze stuk voor stuk gestuurd
om je als raadgever te dienen.

(Rumi, 13-de eeuws Perzische dichter en wijze)

Deze tekst van Rumi draag ik de laatste tijd met me mee. Speciaal in deze decembermaand, waarin ik terugkijk op het afgelopen jaar. In mijn eigen leven het moeilijkste jaar ooit. Het jaar waarin ik, toen het nog maar pas begonnen was, mijn oudste dochter verloor. Het hele afgelopen jaar voelt als één lange dag. Of misschien beter gezegd: nacht.

Elke ochtend weer een nieuw bezoek..verwelkom ze allemaal gastvrij, zelfs als er een menigte verdriet binnenstormt die je hele huisraad kort en klein slaat.

Ik las: zo’n verlies ‘verwerk’ je niet, je overleeft het. Dat herken ik. Overleven is hard werken, rouwarbeid. Een menigte verdriet toelaten en de tijd nemen voor alle aspecten ervan. Toch zoveel mogelijk de basale dagelijkse dingen doen, en merken dat dingen soms best gaan en dan weer helemaal niet. Hulp leren vragen, voelen en aangeven en doen wat ik nodig heb. Ankers uitwerpen om mezelf verder het leven in te helpen. Balanceren tussen begrenzen en grenzen oprekken. Mijn verhaal steeds weer vertellen. Merken dat sommige verbindingen dit niet dragen en dat andere zich verdiepen. Luisterende oren zoeken en vinden. Oefenen in ontvangen, bij anderen leunen. Het verdragen van het verdriet en de gebrokenheid van anderen. Oefenen in alleen zijn met waar ik uiteindelijk toch zelf mee verder moet. Een omgang vinden met alle herinneringen: de verdrietige, spijtige, verbijsterende, en de vele fijne, mooie, dierbare….

Behandel dan toch elke gast met eerbied, want misschien komt hij de boel ontruimen om plaats te maken voor iets anders.
 
Verlies is een grote leermeester in mijn leven. De grootste waarschijnlijk. Het maakt mij bewust van mijn leerlingschap. Wat weet ik nu werkelijk van het leven? Ik heb me te verzoenen met niet-weten. Durf ik er toch op te vertrouwen dat het leven (of ‘de hemel’) het goed met ons voor heeft? Hoop is: “openness to surprise”(David Steindl-Rast).

Ik voel me vaak gedragen. Door liefde, voorbij alle grenzen en vormen. Door wat groter is dan ik kan begrijpen. Door mensen die er onvoorwaardelijk zijn. Die willen luisteren. Of wandelen. Of zingen. Dichtbij, ook op afstand, in stilte. Met lichtjes, lieve gedachten, gebeden, beschikbaarheid, geduld. Door mensen voor wie ik zelf iets kan betekenen. Door de wolbollige gekkigheid van het hondje dat in mijn leven is gekomen.

‘t Levenzijdank, want ik kan het niet alleen….