Zingen, geven en overgave

   
Laatst zong ik mee in een koor tijdens een korte bijeenkomst in een kerk. Er kwam een klein groepje mensen bij elkaar. We zaten als koor in een halve cirkel op kleine afstand tegenover de anderen. Een intieme setting. Ook al was bekend dat we met weinigen zouden zijn, er was alle zorg besteed aan het kiezen en voorbereiden van teksten en muziek. De mensen die de bijeenkomst leidden waren, zoals meestal hier, geen professionele voorgangers, maar ‘gewoon’ mensen uit de gemeenschap. Ik kon merken dat ze het best spannend vonden. Zelf vond ik het zingen in deze setting ook spannender dan anders. De nabijheid van de gemeenschap, die we recht in de ogen keken, maakte dat ik er toch iets minder gemakkelijk bijzat en met iets meer verlegenheid zong. Iemand uit het koor zong solo een luisterliedje. Het ontroerde me, niet alleen omdat het mooi was. Het raakte me vooral omdat de zangeres bereid was zich in het liedje bloot te geven.

Het raakt me als mensen bereid zijn niet alleen het beste van zichzelf, maar ook iets kwetsbaars van zichzelf te geven. Ook als dat met trillende handen of ander ongemak gepaard gaat. Ten bate van anderen, van het geheel, van elkaar. Ik vind dat iets heel kostbaars.

Er zijn misschien ook mensen die met gemak volkomen ontspannen optreden of geroutineerd een
voordracht houden voor publiek. Ik ben er daar zelf bepaald niet één van. Lange tijd heb ik me enom geërgerd aan mijn eigen ‘plankenvrees’ en angst voor spreken in het openbaar. Omdat ik wél iets te zeggen en te zingen had en die belemmeringen in mijzelf niet kon gebruiken. Een beetje ‘gezonde spanning’, zegt men vaak, is goed en komt de prestatie ten goede. Voor mij voelde die spanning eerder als een vorm van lijden. Ik wilde er graag vanaf. Dat lukte me natuurlijk niet, wat ik ook probeerde.

In de afgelopen jaren leerde ik een belangrijke les: de spanning die ik voel is een teken dat wat ik ga doen er toe doet! Het gaat over levendigheid en over contact . Werkelijk contact is spannend! Mijn spanning en angst hoeven niet weg, ze horen bij mij als levend en voelend mens!

Zingen voor anderen is iets loslaten, ten bate van oprecht contact. Je doet je schild, je masker af. Ik heb het heel lang geprobeerd, maar ik kan mij niet verstoppen als ik vanuit mijn hart zing. Ik kan proberen het een beetje klein te houden….maar uiteindelijk is overgave, niets achterhouden, de enige weg. Daar is best moed voor nodig. En ook het vertrouwen dat ik die spanning wel dragen kan.

Niet een vlekkeloos en perfect optreden blijft mij het meeste bij, maar één waarin ik een levend mens ontmoet, in al zijn of haar kwetsbaarheid en kracht.