Me kwetsbaar opstellen voelt ongemakkelijk. Daar wapen ik me liever tegen. Toch ken ik de ervaring dat het me veel oplevert als ik dat ongemak verdraag. Als ik laat zien wie ik echt ben is er verbinding, herkenning, zachtheid.
Een paar maanden geleden zag ik een ‘TED-talk’ door ene Brené Brown. Deze mevrouw deed lange tijd onderzoek naar het verschijnsel ‘kwetsbaarheid’. Nu lees ik haar boek ‘Daring greatly‘, over hoe de moed om ons kwetsbaar op te stellen ons leven kan veranderen. Geen nieuw thema voor mij, maar wel een dat me bezig blijft houden. Want hoewel ik weet dat het waardevol is om in mijn kwetsbaarheid zichtbaar te zijn, het blijft enorm verleidelijk om klein en onzichtbaar te blijven.
In de inleiding van haar boek zegt Brené Brown:”Perfect and Bulletproof are seductive, but they don’t exist in the human experience. We must walk into the arena, whatever it may be,….-with courage and the will to engage. Rather than sitting on the sidelines and hurling judgement and advice, we must dare to show up and let ourselves be seen!”
‘Show up’…dat blijft in me haken als een mantra. Ik weet wel waarom. Als het spannend wordt wil ik nogal eens terugkrabbelen of onderduiken. Want het is lastig te verdragen als ik me kwetsbaar en onzeker voel. Als ik niet weet wat de ‘uitkomst’ is.
Het gaat over contact en daarvan is de uitkomst altijd onzeker. Contact maken is spannend, zeker voor gevoelige mensen. Een ontmoeting, zeker wanneer je die niet oppervlakkig beleeft, is spannend. Een echte ontmoeting kan er tegelijk alleen maar zijn als ik mijn masker afdoe, mijn ‘schild’ afleg, mezelf laat zien zoals ik ben. Voilá….geen echt contact zonder kwetsbaarheid dus.
Wat maakt nu dat ik me zo naakt voel in contact? Brené Brown brengt dit in verband met ‘schaarste’, de cultuur van ‘nooit (goed) genoeg’. Dat herken ik. Interessant vind ik dat ze als tegenhanger van schaarste niet ‘overvloed’ noemt, maar “Wholeheartedness“. Dat begrip omschrijft ze als leven vanuit het besef van ‘Worthiness’, het-waard-zijn bemind te worden en erbij te horen, kortom: genoeg zijn.
Genoeg zijn is best een uitdaging in onze cultuur van nooit-genoeg. Het vraagt om oefening. Ben ik het waard om te bestaan en geliefd te zijn zonder dat ik daarvoor vanalles goéd moet doen? Het antwoord op die vraag kan nooit afhangen van de buitenwereld maar alleen van mijzelf.
Wanneer ik mijzelf toesta er gewoon te zijn, genoeg te zijn, dan besef en ervaar ik ook dat anderen genoeg zijn. Dan is er ruimte voor liefde en compassie. Laten we elkaar niet opjagen in prestatiedwang. Laten we onszelf en elkaar uitnodigen om tevoorschijn te komen met onze unieke gaven en talenten. We zijn er niet voor niets, precies zoals we zijn!