Radicale Zachtmoedigheid


Hoe in godsnaam de tragedies die zich dichtbij en verder weg in de wereld afspelen te verdragen? Hoe weer ik mij? Muren bouwen, een geweer aanschaffen, me verschansen in een onbereikbare vesting, mijn hart begraven onder lagen onverschilligheid of bitterheid?

In een gesprek op tv (‘de Verwondering’, met als gast Ruard Ganzevoort) hoorde ik het begrip ‘Radicale Zachtmoedigheid’. Kan dát het antwoord zijn op de confrontatie met lijden en onrechtvaardigheid? Het alternatief is een harde schil ontwikkelen, me weren met ongevoeligheid en zo nog meer lijden veroorzaken. ‘Ik’ tegen ‘het leven’ of ‘wij’ tegen ‘zij’ is houvast in schijn-veiligheid, een fort bouwen op drijfzand.

‘Radicale Zachtmoedigheid’. Op persoonlijk niveau betekent dat: de wond niet afdekken. Mijn hart openhouden. Al doet het leven nóg zoveel pijn. Liefde sluit in, niet uit. Niets softs aan, een radicale keuze. Alleen overgave aan kwetsbaarheid en raakbaarheid kan de weg van het hart mogelijk maken. Een radicaal andere weg. De levenshouding van Gandhi, Mandela, Jezus of Boeddha, in de situaties van extreem lijden waar zij mee te maken kregen.

Het begint bij het leren aanvaarden van de pijn en onzekerheid van het bestaan waar we vroeg of laat keihard tegenaan knallen. Dat is een opgave. Kunnen we elkaar hierin tot steun zijn? Bijvoorbeeld door de illusie van maakbaarheid te ontmaskeren? Door elkaar te helpen persoonlijk lijden te dragen? Door voor onszelf en elkaar geduldig, mild en kwetsbaar te durven zijn? Radicaal, compromisloos. In ‘zachtmoedig’ hoor ik dat zachtheid moed vergt. Laat ik zacht én moedig zijn.