Van de week overnachtte ik met mijn dochter in het Brabantse Oisterwijk, een dierbare bestemming waar ik regelmatig kom. Ooit kwamen we hier met ons jonge gezin voor het eerst op vakantie, op een plek tussen het Bourgondische flaneer-dorp en de indrukwekkende natuurgebieden eromheen. Een omgeving om uren in stilte te dwalen. Wakker te worden met de vogels en de geur van bos. De dagen naar de wens van het moment in te vullen met rustgevende wandelingen of de gezelligheid van lonkende terrasjes. Ons verblijf was een huisje op de grens van de bossen met hun mysterieuze vennen, en de uitgestrekte heide. Daaromheen weer de Brabantse weilanden met de boerderijen en het vee.
Dit alles is voor mij door de jaren heen tot een soort ‘innerlijk landschap’ geworden, waarin ik, waar ik ook ben, tot rust kan komen. Met enige regelmaat voel ik het verlangen er fysiek te zijn. Zoals deze week, toen ik er weer even heen kon.
Zo heb ik mijn zintuigen gevoed en mijn innerlijke landschap opgefrist. Het bankje dat uitkijkt op een ven….ik kan er wanneer ik maar wil even gaan zitten, gewoon genieten of op adem komen.