Wat hóór ik?

  
‘Wat hóór ik?’ en ‘Hoe hoort het?’ Ik word me er steeds meer bewust van hoe en wanneer deze vragen in mij spelen. We hebben over het algemeen goed geleerd ‘hoe het hoort’. Wat gepast en gewenst is, wat van ons verwacht wordt, in klein of groter verband. We weten precies met welke meetlat we onszelf de maat kunnen nemen en vooral ook wanneer we tekort schieten. ‘Hoe hoort het’ is een vraag van buiten naar binnen.

De eerste vraag, ‘Wat hóór ik?’, is van een hele andere orde. Daar gaat luisteren aan vooraf. Niet het luisteren naar de gezagvolle stem van één of andere autoriteit, maar naar binnen luisteren. Als ik mijn aandacht naar binnen keer kom ik daar over het algemeen eerst onrust en rumoer tegen. Innerlijke stemmetjes, die om aandacht vragen. Die iets nodig hebben, zich buitenstaander voelen, die iets veroordelen, die iets tekort komen, die zich zorgen maken….

Om echt te kunnen horen is het nodig dat ik stil word. Stil worden kan lastig zijn. Want die onrust, die stemmetjes die er zijn, kunnen me dan echt overspoelen. Als ik maar druk doende blijf in de ‘buitenwereld’ hoef ik mezelf niet met die innerlijke onrust te confronteren. Als ik stil word, niets doe, er alleen maar ben, alleen maar waarneem, valt de onrust niet meer te negeren, ik ervaar ze aan den lijve. Als ik dit verdraag en erbij kan blijven merk ik daarnaast nog iets anders op: de stilte ertussenin, erachter. Er zijn stemmetjes, gedachten, en er is stilte. 

In die stilte kan ik soms horen wat ik ‘de stem van mijn hart’ noem. Je kunt het ook ‘ziel’ noemen, of ‘ware zelf’ of ‘de stem van God’, of…Als ik dit tot me door laat dringen, voel ik me nederig en dankbaar; zo dichtbij is het diepste en hoogste in mij!

Als ik niet bewust ruimte maak voor contact met de stem van mijn hart, door me af te vragen wat ik werkelijk van binnenuit hóór, leef ik er zo aan voorbij. Dan blijft het bij me afstemmen op ‘hoe het hoort’. Daarmee zal ik best een eind komen, er zal misschien niet veel op me aan te merken zijn, maar ben ik werkelijk mij?

‘Stembevrijdend’ zingen is zingen van binnenuit. Het begint altijd met luisteren naar wat ik hóór. Alles is zingbaar, alle onrust en stemmetjes mogen klinken. Uiteindelijk, vroeger of later, kom ik zingend bij dat diepste, de stilte in mij. Ook die is zingbaar…met alles wat daarin te vinden is: vrede, vreugde, liefde, overvloed.