Categorie archieven: Blog

De zwaartekracht van het vertrouwde

Het gebeurt vaak dat er in mijn hoofd citaten blijven ‘kleven’. Vaak een zinnetje of woord, dat ik lees of hoor, dat voor mij helder verwoordt wat ik eigenlijk al wist. Door precies déze manier van onder woorden brengen word ik me ergens echt bewust van.
Zo’n citaat is dit:” …aan de zwaartekracht van het vertrouwde ontsnappen...”. Een paar woorden die ik een tijdje terug eens opschreef bij het lezen van een boek, maar waarvan ik de context niet meer weet. Achter deze woorden gaat voor mij een wereld van betekenis schuil.

Bij “aan de zwaartekracht van het vertrouwde ontsnappen” kun je denken aan gewoonten die je liever kwijt zou raken. Een laagje dieper nog gaat het over het loslaten van het vertrouwde verhaal over wie/wat ik ben. Wie ik denk te zijn heeft veel te maken met hoe ik me staande houd in de wereld. Met hoe ik hard werk, me inhoud, verstop, aanpas of overschreeuw, omdat het bestaan onveilig lijkt en ik diep van binnen de overtuiging heb dat ik niet voldoende ben.

Die overlevingskans-patronen zijn veilig en vertrouwd. Ze vormen onderdeel van onze ‘persoonlijkheid’, die in zekere zin ook ons visitekaartje is, waaraan we gekend worden. Wat blijft er van mij over als ik dit loslaat?

Het woord ‘persoonlijkheid’ komt van ‘persona’, dat masker betekent. ‘Per-sonare’ is letterlijk: er doorheen klinken. Dat suggereert dat er iets is achter of voorbij het masker van mijn persoonlijkheid. Dat kun je Ziel of Ware Zelf noemen. Dat is het gebied in mij dat zich niet hoeft te handhaven, dat geen houvast zoekt. Dát deel van mij dat vrij is, dat naakt is, dat één en overvloedig is.

Ik ben het allebei, persoonlijkheid (of ego) en Ziel. Beide heb ik nodig in mijn leven. De vraag is: wie heeft het uiteindelijk voor het zeggen? Hoe herken ik de stem van de één en de ander? En: durf ik het vertrouwde los te laten om meer vanuit mijn Ziel te leven? Als ik naar mijn eigen leven en naar de wereld als geheel kijk, dan besef ik dat voortzetting van het vertrouwde méér van hetzelfde oplevert. Pappen en nathouden…

“Aan de zwaartekracht van het vertrouwde ontsnappen” vraagt om moed. Dit valt heel precies te ervaren bij het zingen op de manier van Stembevrijding. De gebaande paden, we kennen ze. De angst, het maskeren, je-best-doen om te redden wat er te redden valt…dat kan allemaal voorbij komen. Maar daarachter, daardoorhéén, klinkt de stem van je Ziel. Als die opdoemt, dan krijgt het lied vleugels!

Wat mij helpt bij het ontsnappen aan de zwaartekracht van het vertrouwde, is een nieuwe ruimte betreden. Letterlijk of figuurlijk. Mezelf voor een ervaring plaatsen waarin ik het verhaal over wie/wat ik ben zie kantelen. Met het verlies daarvan valt er een wereld te winnen.

Idolen: afgoden of spiegels?

Ik ben van nature snel heel enthousiast voor iets of iemand. Zo nu en dan ben ik in de ban van een persoon waar ik grote bewondering voor voel. Een ‘idool’.

Het voelt heel fijn om iemand te bewonderen. Ik geniet dan van elke ‘ontmoeting’ met hem of haar, ook als er geen sprake van echt contact is, maar via bijvoorbeeld een boek, film of ander medium. Zo heb ik in de loop van mijn leven musici, kunstenaars en ‘wijzen’ van allerlei pluimage intens bewonderd. Dan ging het meestal niet alleen om hun speciale talent of wijsheid, maar om hun hele wezen. Althans, zoals ik dat vanuit mijn perspectief waarnam.

Waar het licht op valt, duikt vroeg of laat ook schaduw op. Zo vielen voor mij een aantal idolen van hun voetstuk met het zichtbaar worden van menselijke trekjes die niet met mijn beeldvorming strookten. Sommigen bleken de eigenschappen die ik ze toedichtte helemaal niet te bezitten.

Ik heb gaandeweg ontdekt dat wat ik in door mij bewonderde mensen zie, vaak eigenschappen zijn die ik zelf heb, maar niet (ten volle) durf te leven. Ik krijg door mijn beeld van de ander teruggespiegeld wat in mijzelf klaar ligt om te ontwikkelen. In elke levensfase een ander stukje van het geheel. Zolang ik mijn idool op een voetstuk plaats kan ik die potentie in mijzelf als het ware ‘uitbesteden’aan hem of haar. En dan hoef ik er zelf niet aan….

Terwijl ik enerzijds op dit ‘afschuif’-mechanisme in mezelf alert ben, kan ik tegelijk ook totaal genieten van mijn waardering voor mensen die me raken en die me herinneren aan wat voor mij belangrijk is. Ze kunnen een deur zijn naar iets groters in mijzelf.

Ik ben dankbaar voor de liefde die ik voel voor ‘idolen’ die een rol in mijn leven spelen of gespeeld hebben, vaak zelfs zonder dat ze daar weet van hebben. Omdat deze mensen me een spiegel voorhouden en me terugverwijzen naar mijzelf. Ze maken me gevoelig voor de weg die ik te gaan heb. Wegwijzers op mijn pad.

Gewogen en te licht bevonden?

Een paar jaar geleden hoorde ik voor het eerst het begrip “net-nietje“. Dat kan iemand blijkbaar zijn, een “net-nietje”. Iemand stelt bíjna iets voor, maar nét niet voldoende om de eindstreep te halen, nét niet goed genoeg voor de hoofdprijs. Pijnlijk dichtbij de mogelijkheid zich op enigerlei wijze te onderscheiden maar helaas schiet hij nét iets tekort.

Zelden heb ik over een mens zo’n meedogenloos oordeel horen vellen als met de term “net-nietje”. Beter nog kan iemand het helemáál niet zijn, dan nét niet. Dan is diegene gewoon één van ‘ons’. Als “net-nietje” is hij toch een beetje een treurig geval…want hij heeft kunnen snuffelen aan de heerlijke geur van succes…dat heerlijks heeft hij zich in het vooruitzicht gesteld…maar dan zwaait het zwaard des oordeels en valt hij pijnlijk terug naar aardse proporties. Tot hilariteit van zijn toeschouwers, of op z’n best tot medelijden. Met pek en veren gaat hij voortaan door de straten.

De moderne arena met bloeddorstig publiek bevindt zich thuis, op de bank voor de televisie. Ik ken het uit eigen ervaring. Hele rijen potentiële talenten worden me in allerlei competitieve programma’s ter vergelijking aangeboden. Uit mijn eigen schaduw kruipt een harteloze veroordeler tevoorschijn die met het grootste gemak mensen afserveert. Argeloze gelukzoekers op de TV worden gewogen en te licht bevonden. Dit geeft een merkwaardig soort geruststelling. Gelukkig, zíj stellen ook niet zoveel voor…

Toch raakt het begrip “net-nietje” mij vooral omdat ik mijzelf er in meen te herkennen. Ik voel me pijnlijk aangesproken, ook als het niet over mij gaat. Een latent gevoel van tekortschieten wordt actueel. Des te geruststellender lijkt het te zijn als anderen ook in hun beperkingen blijven hangen en des te verontrustender als anderen moeiteloos in grootsheid leven.

Ik zeg: lijkt het te zijn. Dit soort gevoelens camoufleert een grote leegte. Want eigenlijk word ik erg ongelukkig van dit patroon van oordelen en klein houden. Het sluit me volledig af van mijn eigen hart, mijn wezen. Dát is pas pijnlijk. Het veroordelen van anderen correspondeert volledig met het veroordelen van mijzelf. Andersom: hoe zou ik anderen hun grootsheid kunnen misgunnen als ik mijzelf helemaal aanvaard, waardeer, de ruimte geef?

Liefde begint bij zelfliefde. Als ik allereerst van deze persoon hier houd kan ik mijn hart openen naar iedereen. Dan is er geen competitie. Alleen maar een rijke verscheidenheid aan gaven. De bloei van anderen staat mijn bloei niet in de weg maar nodigt daartoe juist uit.

“Net-nietjes” bestaan niet. Ze zijn een bedenksel van mijn angstige ego. Net niet of net wél, mijn hart kent geen onderscheid. Het geeft.

Woestijntijd

Soms gaan de dingen anders dan ik had gedacht of gehoopt. Hoeveel in mijn leven kan ik werkelijk controleren en naar mijn hand zetten? Tot op zekere hoogte kan ik het verloop van mijn leven beïnvloeden. Zo gezond mogelijk leven, investeren in mijn toekomst en mijn relaties, mijn prioriteiten stellen en persoonlijke doelen nastreven. Het leven ‘op de rit’ hebben, in de gewenste richting; wie wil dat niet?

Maar er komen kinken in de kabel. In de vorm van innerlijke of uiterlijke tegenstrevers. Het leven van alledag is weerbarstig en soms ronduit ondoorgrondelijk. Ik blijk zelf grillige zijpaden in te slaan in plaats van het aangeharkte pad af te lopen, of anderen om mij heen ontregelen mijn routeplan. Achter iedere hoek wacht een mogelijk onaangename verrassing. Verwachtingen blijken vaak valse profeten.

Als het niet ‘op de rit’ is, loop ik vast. Dan kom ik in leegte terecht, waarin ik geen richting weet. Waarin ik me teleurgesteld of moedeloos kan voelen. Dat kost tijd, “woestijntijd” las ik ergens.

Wanneer ik een tijd worstel met dit soort gevoelens, komt er ook het besef van iets anders: dat er een uitnodiging is om dieper te voelen in wat voor mij écht wezenlijk is. Wat ‘wil’ het leven mij leren over mijzelf?

Daarmee is er niets opgelost, maar mijn perspectief verschuift toch subtiel. Iets in mij wordt zacht, bereid tot loslaten. Zo kan wat zich voordoet als leegte, ruimte blijken te zijn….

Leven gebeurt…doe ik mee?

Een tijdje geleden verdiepte ik me in wat ‘adem’ is. Adem is een belangrijk element bij zingen. Geoefende zangers gebruiken adem bewust, doelmatig, om een muzikale frase naar wens vorm te geven. We kunnen ons ademhalingsapparaat leren kennen en beheersen. Maar wat is ‘adem’ op een dieper niveau?

Zonder adem geen leven….dat weet iedereen, maar meestal zijn we ons nauwelijks bewust van onze adem. Normaal gesproken adem je vanzelf. Zo vanzelf, dat het meer is alsof we be-ademd worden, levenslang. Pas als je bijvoorbeeld door ziekte benauwd wordt kost het je zelf merkbaar inspanning.

Als je werkelijk bewust en actief ademt (wanneer je niet ziek bent) merk je hoe oppervlakkig je gewoonlijk ademhaalt. Zo gebruiken we een groot deel van onze adem-capaciteit niet. Je voelt méér naarmate je intenser ademhaalt. Een diepere ademhaling betekent meer levendigheid, meer gewaarworden, meer energie.

‘Inspiratie’, letterlijk ‘inademing’, verwijst naar een ander aspect van adem. Namelijk dat van bezieling. We worden niet alleen be-ademd, maar ook bezield. Door wie, of wat? Noem het God, het Goddelijke, Het Leven Zelf?

Als je het zo bekijkt is adem een instrument om dieper in contact te zijn met onszelf, de gevoelens in ons binnenste. Een anker om helemaal in het moment-nú van onszelf te zijn, hoe dat ook is. En ook een voertuig om in verbinding te zijn met het hogere..goddelijke, waar we deel van uitmaken en wat ons overstijgt.

Via adem kan ik in contact komen met wie ik in wezen ben, en daar uiting aan geven als mijn unieke stem. Die stem die niemand anders kan laten horen, die nooit ergens anders zal klinken dan hier, nu.

Mijn ademhaling gaat door zolang ik leef. Levenslang heb ik deel aan een grote ademhaling. Ik wordt uitgenodigd. Het leven gebeurt…ik mag eraan meedoen, een klein beetje, of méér, of op vol vermogen!

Het verstomde lied….

“Het lied in mij verstomt.
De woorden blijven weg.
De bron is opgedroogd….
de leegte blootgelegd.
Wat leeg en stom in mij
nét niet het zonlicht vangt
draagt stil haar lot en wacht
het worden van de dag….”

Een stukje tekst uit een liedje dat ik een jaar of 10 geleden maakte, dat een gemoedstoestand uitdrukt waar ik me zo nu en dan in terugvind. Zo kan ik me voelen, soms naar aanleiding van een gebeurtenis, maar ook wel zonder duidelijke reden. Dan voel ik geen inspiratie, ik kom niet van grond, nergens zin in, afgesloten. Herkenbaar?

Me zo voelen duurt soms wel een tijdje. Hoe dan verder? ‘Stil mijn lot dragen en het worden van de dag wachten’? Daar zit wel wat in. De dingen veranderen voortdurend…dus ook hier komt ook verandering in. Alleen zou ik nu niet meer zeggen ‘stil mijn lot dragen’.

Aanvaarden dat dit gevoel er nu is…daar begint het mee. Dit helemaal onder ogen komen, niet wegmoffelen, wegrationaliseren of negeren. Daar is niets meewarigs aan. En er dan uiting aan geven! Liefst niet in de vorm van zeuren en klagen of afreageren op mijn omgeving. Wel open zijn over hoe ik me voel (wat nog best lastig kan zijn!) En ik zoek een plek en een moment voor mezelf en zing het uit. Of speel ongecensureerd op de piano. Dat kan er heftig aan toe gaan…en dat geeft flink wat lucht!
Dus ‘stil’, nee…

Als ik zo vastzit in mijn ‘opgedroogde bron’ en mijn ‘leegte’ betrap ik mezelf soms op een subtiel gehecht zijn aan dit gevoel. Iets in mij vindt dit ook wel wat prettigs hebben. Want het geeft me toestemming om even niet te ‘moeten’. Als ik dat bespeur kan ik me met recht afvragen of er dingen in mijn leven zijn die teveel energie aan me onttrekken zonder me energie te geven. Klopt de balans nog? En dieper zelfs: leef ik in overeenstemming met wie ik in wezen ben? Ben ik ‘waar’?

Vastzitten en in leegte blijven hangen heeft soms ook te maken met angst voor een volgende stap. Ik ben aan een nieuwe fase toe maar daarvoor moet ik over een drempel. Daar kan ik zo tegenop zien dat ik innerlijk bevries. Soms is het ook nodig om een tijdje ‘ondergronds’ te gaan om kracht te verzamelen voor de nieuwe groeifase…

Om verder te komen en beweging te krijgen in mijn ‘leegte’, helpt het mij om letterlijk in beweging te komen. Wandelen, dansen, een beetje wroeten in de tuin…als mijn lichaam er maar helemaal in meedoet. Als ik in denken blijf hangen draai ik dol, maar zodra de (fysieke) levensenergie in mij gaat stromen komt er ruimte.

Dan kan ik me ook weer verbinden met waar het mij om gaat en kunnen het licht en de inspiratie weer gaan doorsijpelen in het donkere fort waarin ik me begraven had. Om door mij weer doorgegeven te worden!

Voor mij is dit een natuurlijk proces, als dag en nacht of de wisseling van de seizoenen. Het is niet erg om me zo te voelen. Wel vervelend, maar niet erg. Zingend, wandelend, dansend, eerlijk naar mijzelf kijkend en ook geduldig wachtend zie ik ‘de dag worden’.

Het liedje eindigt met:”Laat me er weer zijn…”
Als een unieke bloem, die soms de blaadjes slap laat hangen of ondergronds gaat, maar altijd weer oprijst voor een nieuwe en gulle bloei.

Een heel goed 2013!!!

 

 

Workshop-serie: De klank van het nieuwe….

Het einde van het jaar 2012 komt eraan. De donkere dagen worden opgelicht met de saamhorigheid van de feestdagen. Rond de jaarwisseling worden voornemens en plannen gemaakt. We zien verlangend uit naar het nieuwe jaar, waarin deze tot uitvoer kunnen komen. En dan ….

In het begin van een nieuw jaar valt het stil. De natuur is in afwachting. Een leegte is voelbaar. Na de feestdagen lijkt de winter eindeloos te duren. Waar is het enthousiasme dat ik voelde toen ik plannen maakte? Hoe houd ik mijn verlangen levend in de weerbarstigheid van het dagelijks leven?

Lees verder…

Smeltwater

Vorige week assisteerde ik in een dagworkshop Stembevrijding voor vrouwen. Vrouwen in allerlei levensfasen, met verschillende achtergronden, mét en zonder zangervaring. Vrouwen met één gemeenschappelijk verlangen: ruimte geven aan hun stem. Zo’n verlangen is heel groot en tegelijk omgeven door grote schroom.

Lees verder…

Jezelf te snel af zijn…,

Gisteren las ik de volgende prikkelende tekst als motto van de dag: “Onze grootste handicap is ons denken. Vertrouw op jouw hart”. Op het eerste gezicht een vreemde uitspraak, aangezien het vermogen tot denken als ons grootste kapitaal wordt gezien. Onontbeerlijk voor onze overleving als soort. En wat heeft dit vermogen ons bovendien niet tot enorme ontwikkeling gebracht.

In het Westen identificeren we ons met ons denken. Ik denk, dus ik ben. Tot en met: als ik niet meer ‘normaal’ kan denken (bijvoorbeeld als gevolg van Alzheimer), kan ik er maar beter helemaal niet meer zijn.

Lees verder…

De avonturentuin van buitengewone gewone mensen

Het concept ‘gewoon’ berust, denk ik, op een misverstand. ‘Gewoon’ bestaat niet. Wél de illusie van gewoonheid. Dat heeft iets te maken met je conformeren aan de geldende gedragsregels en opvattingen in een heersende (sub)cultuur op een zodanige manier dat je niet opvalt, in negatieve of positieve zin. “Doe maar gewoon…”. We worden aangemoedigd om ons aan te passen, in te houden en niet op te vallen, misschien wel om ons te beschermen tegen het gevaar van er niet bijhoren, een buitenstaander worden.

Lees verder…